De Amerikaanse psycholoog Walter Mischel bedacht in de jaren 60 een experiment. Tussen 1968 en 1974 kregen ruim 550 kinderen van de Bing-kleuterschool van Stanford University het volgende voorgelegd: iets lekkers meteen of een dubbele portie later.

Een kleuter wordt achter een tafeltje gezet met daarop een marshmallow of iets anders lekkers. Een begeleider maakt aanstalten om weg te gaan en vertelt dat het kind twee dingen kan doen: de marshmallow opeten of wachten tot de begeleider terugkomt om dan als beloning een extra marshmallow te krijgen. Wanneer je op Youtube ‘marshmallow test’ intikt zie je een herhaling van deze psychologische proef.

Het is vermakelijk om te zien hoe verschillend kinderen hierop reageren en wat ze allemaal uit de kast halen om de verleiding te weerstaan. De een bedekt zijn ogen; een ander gaat in de hoek staan om het maar niet te hoeven zien; een ander voelt en ruikt eraan om het vervolgens weer terug te leggen en weer een ander stopt het razendsnel in zijn mond nog voordat de begeleider is uitgesproken.

Mischel schreef een boek over dit onderzoek en legt daarin uit dat hij wilde weten waarom het ene kind wel in staat was de onmiddellijke behoeftebevrediging uit te stellen en het andere niet. Was de zelfbeheersing aangeboren? Gebruikten de uitstellers trucjes om zichzelf af te leiden?Wat hij niet voorzien had was dat de uitslag van de test ook een voorspellend vermogen had op de toekomst van deze kinderen. Hij bleef de prestaties van de kinderen de daaropvolgende 30 jaren volgen. En wat bleek? De kleuters die de marshmallows hadden laten liggen bleken beter te presteren op school, minder problemen te hebben in de puberteit en later zowel sociaal als maatschappelijk vele malen succesvoller te zijn dan de kinderen met minder wilskracht. Ook hadden ze minder kans op overgewicht en verslavingen.

Wilskracht wordt gezien als de sleutel tot succes. En zoals je hierboven kunt lezen spelen ligt een groot gedeelte daarvan al op jonge leeftijd vast. 

Veel mensen verwijten het zichzelf als de voornemens die ze hebben mislukken. Ze zien het als een gebrek aan wil en discipline of gebruiken dat bij voorbaat al als excuus. En als je naar de Marshmallow test kijkt zou je dat inderdaad als excuus kunnen gebruiken.

Maar ook al heeft de een van nature meer wilskracht dan een ander; bij niemand is deze onuitputtelijk. Gemiddeld hielden de kinderen het niet langer dan drie minuten vol. En maar drie van de tien kinderen hielden het de volle vijftien minuten vol. Wilskracht komt met mate…Het is dan ook belangrijk om de wilskracht die je hebt op de juiste manier en op het juiste moment te gebruiken.

WILSKRACHT IS NIET ALLEEN EEN KWESTIE VAN WILLEN”

Wilskracht is net een elastiek. Je kunt het de hele dag rekken, rekken en nog verder oprekken. Maar wanneer het elastiek niet de tijd krijgt om even terug te veren en alleen maar verder wordt opgerekt zal het op een gegeven moment knappen.

Met behulp van wilskracht weersta je het koekje bij de koffie; vervolgens eet je een gezonde lunch zonder extra broodje, je weerstaat het stuk taart dat een jarige collega trakteert. Een vriendin geeft je een doos bonbons cadeau en alhoewel aanlokkelijk neem je er maar één. Met nog een dosis wilskracht weersta je het chocoladedessert als afsluiter van een gezellig etentje. Je was vrijwillig de BOB om heel verstandig één glas wijn bij datzelfde etentje drinken. Om vervolgens thuis te komen en alsnog die hele doos bonbons leeg te eten. Helaas; de wilskracht was even op. Het elastiek geknapt. Herkenbaar?

De volgende dag baal je dat je je hebt laten gaan. Het voelt alsof je de hele tijd een gevecht aan het leveren bent; heel vermoeiend. De makkelijkste weg is dan vaak de weg van de minste weerstand en het uiteindelijk vaarwel zeggen van die goede voornemens.

Maar je hebt niet meer wil of discipline nodig dan een ander. Het gaat er alleen om dat je het toepast op de juiste momenten. De truc is om ‘het goede doen en niet alles goed te doen’. Of zoals de Engelsen zeggen: “Succes is about doing te right thing, not about doing everything right”. Hoe je dat doet? Door ergens een gewoonte van te maken. Een gewoonte wordt vanzelf routine waarmee het onderdeel wordt van je levensstijl. En wanneer dat zo is heb je er nog maar weinig discipline voor nodig, zodat je die weer ergens anders voor kan gebruiken. Dus kies één (ja echt maar 1!!) gewoonte en gebruik je energie en wilskracht om die te integreren in je leven. Wanneer deze vast onderdeel van je routine is kost het nog maar minimale energie en kun je je wilskracht voor iets nieuws gebruiken.

Hoe lang duurt het voordat een gewoonte is geïntegreerd? Onderzoekers van de University College of London onderzochten dit en het antwoord is: 66 dagen. In zijn algemeenheid duurt het tussen de 18 en 254 dagen om een gewoonte te integreren, maar op een gemiddelde van 66 dagen lag de ‘sweet spot’. Volhouden dus! Belangrijk is om een gewoonte vast te stellen waarop je je wil en discipline wilt richten en jezelf dan de tijd te geven deze gewoonte te integreren. En bedenk dat je maar één krachtige, nieuwe gewoonte per keer kunt integreren. 1!!

DE MARSHMALLOW-TEST

November 17, 2019

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *

X

X